Dat 2019 voor de Mobiliteitsraad een bijzonder jaar zou worden, stond in de sterren geschreven. 2019 was niet alleen een verkiezingsjaar, eind 2018 besliste het Vlaams Parlement ook over de aanpassing van het MORA-oprichtingsdecreet en de opname van de werking van de Vlaamse Havencommissie en de Vlaamse Luchthavencommissie in een algemene Mobiliteitsraad. Na de goedkeuring van het decreet en de bijhorende besluiten kreeg de Mobiliteitsraad in 2019 een nieuwe structuur en samenstelling en een verruimd actieterrein.
In het voorjaar stelden we ons Mobiliteitsrapport 2019 op in het vooruitzicht van de nieuwe legislatuur. We bundelden een aantal maatschappelijke trends met impact op de mobiliteit en een aantal aanbevelingen om de Vlaamse Regering te inspireren bij de voorbereiding en uitwerking van haar mobiliteitsbeleid en reikten hiermee handvaten aan voor het nieuwe regeerakkoord, de beleidsnota en de daaropvolgende beleidsbrieven.
Op 21 juni vergaderden we een eerste maal in onze nieuwe samenstelling. Voortaan telt de MORA één algemene raad en twee commissies die nu de inhoudelijke werking grotendeels bepalen. Er zijn meer dan 70 organisaties vertegenwoordigd. Gezien deze zeer diverse samenstelling wordt het een hele opdracht om een proces op te zetten dat leidt tot adviezen in consensus over de strategische mobiliteitsthema’s.
De raad publiceerde in 2019 in totaal 17 adviezen en rapporten waarvan vijf met de nieuwe samengestelde Mobiliteitsraad. De adviezen en aanbevelingen gingen ook in 2019 niet voorbij aan de aandacht van het Vlaams Parlement. Op 7 februari gaf de MORA in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement toelichting over zijn maatschappelijke visie op basisbereikbaarheid. Op 24 oktober kregen we de kans er de nieuwe werking, samenstelling en rol van de MORA toe te lichten. De vaststelling dat in de debatten van de commissie vaak verwezen wordt naar de MORA-adviezen geeft aan dat de standpunten van het mobiliteitsmiddenveld meegenomen worden in het beleidsvoorbereidend en wetgevend proces.
Tot slot wil ik zowel de nieuwe als oude leden en experten van de Mobiliteitsraad en de MORA-commissies, alsook de medewerkers van het secretariaat bedanken voor hun inzet en bereidheid om over al deze adviezen een consensus te willen vinden.
Daan Schalck
voorzitter MORA
Het jaarverslag geeft op een overzichtelijke en aantrekkelijke manier de belangrijkste activiteiten weer. Via de navigatie in de balk wissel je gemakkelijk tussen de verschillende onderdelen.
Via de pijltjes blader je pagina per pagina naar voren of naar achteren. Via het pagina-icoontje blader je doorheen het hele jaarverslag van pagina naar pagina. Je kan via de thuisknop steeds terug naar het begin van het jaarverslag. De teller toont op welke pagina je je bevindt. Het hamburgermenu geeft de onderverdeling in werkthema's. adviezen 2019 |
adviezen op vraag |
adviezen op eigen initiatief |
rapporten |
Adviesvragers: in 2019 kreeg de Mobiliteitsraad van 2 Vlaamse ministers en van 2 overheidsorganisaties adviesvragen binnen. De meeste adviezen werden gevraagd door minister Ben Weyts.
Weyts |
Diependaele |
Dep. Mobiliteit en Openbare Werken |
Dep. Omgeving |
||
Adviesthema’s
beleid en planning |
goederenvervoer |
personenvervoer |
mobiliteit in haar omgeving |
De MORA kwam in 2019 drie maal bijeen in de oude samenstelling. De Commissie Goederenvervoer en de Commissie Personenvervoer telkens één maal.
De Algemene Mobiliteitsraad kwam in zijn nieuwe samenstelling vier maal samen de Commissie Personenmobiliteit en de Commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale knooppunten kwamen elk ook vier keer samen. Daarnaast organiseerde de MORA een klankbordgroep Basisbereikbaarheid.
De werking van de MORA wordt geregeld door de bepalingen in het Bestuursdecreet van 7 m.b.t. de Strategische Adviesraden regelt en het oprichtingsdecreet van de Mobiliteitsraad Vlaanderen dat op 21 december 2018 door het Vlaams Parlement werd aangepast. Zo werden de Vlaamse Havencommissie en de Vlaamse Luchthavencommissie geïntegreerd in een algemene Mobiliteitsraad. Als gevolg daarvan krijgt de Mobiliteitsraad vanaf juni 2019 een nieuwe samenstelling. Voortaan bestaat de MORA uit één Algemene Mobiliteitsraad en twee commissies : De Commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale Knooppunten en de Commissie Personenmobiliteit.
De Algemene Mobiliteitsraad draagt de eindverantwoordelijkheid voor het proces en het advies. Hij bestaat naast de voorzitter uit zes vertegenwoordigers van de Vlaamse interprofessionele sociale partners, vier vertegenwoordigers van overkoepelende mobiliteitsverenigingen, twee vertegenwoordigers van de lokale besturen, een vertegenwoordiger van de vier Vlaamse havens, een expert innovatie. Ook de voorzitters en vicevoorzitters van de MORA-commissies zijn in deze raad vertegenwoordigd.
De MORA-commissies bepalen grotendeels de inhoudelijke werking van de MORA. De Commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale Knooppunten en de Commissie Personenmobiliteit bestaan uit vertegenwoordigers van 10 sectorale sociale partners, operatoren van vervoersmodi zoals havens, spoorbedrijven en luchthavens die onafhankelijk van de Vlaamse Overheid opereren en van mobiliteitsmiddenveldorganisaties. In elke commissie zetelen twee experten en twee vertegenwoordigers van kennisinstellingen.
De officiële samenstelling van de MORA is deze die verschenen is in het Belgisch Staatsblad. Deze wordt hieronder weergegeven.
Het dagelijks bestuur komt samen wanneer er onderwerpen erg operationeel of hoogdringend moeten behandeld worden. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de commissievoorzitters 2 leden behorende tot de vertegenwoordigers van de SERV en 2 leden die behoren tot de groep van mobiliteitsverenigingen.
De MORA brengt vijfjaarlijks een mobiliteitsrapport uit. In het Mobiliteitsrapport 2019 vind je naast een trendmatige analyse van de mobiliteitsproblematiek, de prioriteiten die de Mobiliteitsraad ziet voor het mobiliteitsbeleid in de komende jaren en de aanbevelingen die de Mobiliteitsraad formuleert voor de Vlaamse Regering.
In het vooruitzicht van de nieuwe legislatuur heeft de Mobiliteitsraad van Vlaanderen met zijn vijfjaarlijks Mobiliteitsrapport de toekomstige Vlaamse Regering willen inspireren bij de voorbereiding en de uitwerking van haar mobiliteitsbeleid. In het rapport geven we zeven focusthema’s aan waaraan we oplossingsrichtingen en aanbevelingen koppelen die kunnen dienen als elementen voor het nieuwe regeerakkoord en de daaropvolgende beleidsnota. De zeven thema’s zijn:
Sinds de Vlaamse Havencommissie werd geïntegreerd in de MORA wordt “De Vlaamse havens – Feiten, statistieken en indicatoren” door de MORA gepubliceerd. De publicatie bestaat sinds 2009 in de huidige vorm en maakt jaarlijks een overzicht van de feiten en cijfers over de Vlaamse havens. De publicatie wordt ondersteund door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
Klik op de afbeelding om het Jaaroverzicht gratis te bestellen in papieren vorm (zolang de voorraad strekt) of te downloaden als pdf.
In het beschrijvende deel van het Jaaroverzicht wordt voor elke haven een synthese gemaakt van de meest essentiële gebeurtenissen van het afgelopen jaar en de belangrijkste nieuwsfeiten over de hinterlandzijde van de havens. In de laatste editie van het Jaaroverzicht liepen 3 thema’s in de kijker: samenwerking, duurzaamheid en slim.
In het cijferdeel van de publicatie wordt op systematische wijze verslag gemaakt van de meest recente evoluties in de “meetbare” prestaties van de havens: maritieme trafiek, toegevoegde waarde en werkgelegenheid zijn de belangrijkste indicatoren. Ook wordt een overzicht gegevens van de overheidsuitgaven voor havens, wordt ingezoomd op de binnenvaarttrafiek van en naar de havens en wordt de havenarbeid in kaart gebracht.
De MORA erkent de noodzaak aan degelijke en consistente informatie en statistiek over de Vlaamse havens en zal blijven ijveren om aan deze behoefte te blijven voldoen, aldus voorzitter Daan Schalck in zijn voorwoord van de editie van 2019.
In het verlengde van het Jaaroverzicht wordt ook via de website van de MORA heel wat statistische informatie verstrekt over de Vlaamse havens. Ook per kwartaal worden de trafiekcijfers opgevolgd en gecommuniceerd via Linkedin.
Advies uitbrengen over de mobiliteitsplanning en het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen is een essentieel aspect van de decretale opdracht van de MORA. Decretaal werd voorzien dat de MORA reflecties levert over de bij het Vlaams Parlement ingediende beleidsnota’s en beleidsvoornemens. De adviezen moeten onder meer bijdragen tot het vormen van een beleidsvisie en het formuleren van de krachtlijnen van het te voeren beleid inzake mobiliteit.
De MORA onderlijnt de noodzaak van een langetermijnkader voor het beleidsdomein en engageert zich dan ook om hiervoor een maatschappelijk draagvlak te zoeken. Dit kan enkel door deze langetermijnvisie te laten aansluiten met de beleidsplannen binnen andere domeinen, zoals het Beleidsplan Ruimte en het Klimaatbeleidsplan.
In het advies op de beleidsnota levert de Mobiliteitsraad proactief een aantal ideeën van het mobiliteitsmiddenveld aan ter inspiratie voor het verder vormgeven van het mobiliteitsbeleid.
De MORA pleit vurig voor een Vlaamse langetermijnvisie op mobiliteit die visie, operationele doelstellingen en concrete maatregelen samenbrengt. Bovendien dringt de raad aan op een doorgedreven integratie van het mobiliteits- en omgevingsbeleid met voldoende aandacht voor de klimaatuitdagingen.
In 2019 bracht de MORA 6 adviezen uit die zich situeren binnen het thema beleid en planning waarvan 3 op eigen initiatief.
Het advies beschrijft de positieve reactie op de ambitieuze verkeersveiligheidsdoelstelling en het vooropstellen van een substantiële modal shift met een centrale plaats voor de fiets. De MORA vraagt daarbij wel naar een verduidelijking van de doelstellingen, maatregelen en samenwerking met andere beleidsniveaus en -domeinen. Bij de focus op een modale verschuiving in het woon-werkverkeer, adviseren wij om werkgevers en werknemers meer te betrekken bij het beleid.
Van bij de opstart van de Mobiliteitsraad zijn het personenvervoer en het mobiliteitsbeleid dat het vervoer van personen zo goed mogelijk moet organiseren één van de speerpunten. Het openbaar en collectief vervoer is één van de belangrijkste pijlers van het duurzaam mobiliteitsbeleid in Vlaanderen en ook een domein waar de MORA kort op de bal speelt. De concretisering van basisbereikbaarheid en de rol van De Lijn en andere actoren bij het invullen ervan is een belangrijk werkthema. Gezien de samenstelling van de MORA zijn de verplaatsingen in het kader van het woon-werkverkeer en de bereikbaarheid van de economische poorten zoals de havens en luchthavens bijzondere aandachtspunten.
Maatschappelijke uitdagingen zoals het klimaat, de congestie en het energievraagstuk vragen een integrale beleidsaanpak van de personenmobiliteit. Daarom werkt de MORA ook intensief rond het thema autogebruik en -bezit en de vele onderwerpen die met dit thema gelinkt zijn, zoals gedeelde mobiliteit of telewerken.
In 2019 bracht de Mobiliteitsraad 3 adviezen uit over het thema personenmobiliteit.
Meedenken over de conceptualisering en concretisering van basisbereikbaarheid neemt dan ook een belangrijke rol op binnen de werking van de Mobiliteitsraad. In 2019 werkten we actief samen met het Vlaams Parlement, het departement MOW en verschillende organisaties en administraties om draagvlak te creëren voor het decreet basisbereikbaarheid en input te verzamelen voor de uitvoeringsbesluiten. We formuleerden ook adviezen op de conceptnota Mobiliteitscentrale en het ontwerpbesluit projectmethodologie en stuurgroep basisbereikbaarheid.
In 2019 namen we volgende initiatieven:
Het ontwerpbesluit ‘Exploitatievoorwaarden individueel bezoldigd personenvervoer’ moest het cruciale sluitstuk vormen voor de nieuwe Vlaamse taxiregelgeving maar al snel bleek dat het een aantal grote hiaten bevatte. In zijn advies over het ontwerpdecreet individueel bezoldigd personenvervoer in 2018 had de MORA hier al voor gewaarschuwd, namelijk dat een open decreet niet kan werken zonder een zeer gedetailleerd en waterdicht uitvoeringsbesluit.
Net als in zijn vorige adviezen over de taxihervorming vertrok de MORA in zijn advies van drie cruciale pijlers waaraan de Vlaamse taxiregelgeving voor hem moet voldoen: een gelijk speelveld, de democratisering van het taxivervoer en de klant centraal.
Om deze drie pijlers stevig te verankeren, vroeg de MORA een aantal aanpassingen aan het ontwerpbesluit:
Goederenvervoer en logistiek zijn belangrijke actiedomeinen van het Vlaams mobiliteitsbeleid. De doelstelling om van Vlaanderen een logistieke topregio te maken staat hierbij centraal. De bereikbaarheid van de internationale knooppunten, zowel voor goederen als voor werknemers is in de werkzaamheden van de Commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale Knooppunten een belangrijk aandachtspunt. Comodaliteit, waarbij de verschillende vervoersmodi niet afzonderlijk, maar als onderdeel van het totale mobiliteitssysteem worden beschouwd, is één van de centrale uitgangspunten voor de MORA. Verder werkt de MORA ook rond de economische impact van maatregelen zoals kilometerheffing, infrastructuurinvesteringen, lange zware vrachtwagens, enz.
In 2019 bracht de Mobiliteitsraad 7 adviezen uit over het thema goederenmobiliteit. Daarnaast bracht de MORA twee publicaties uit: het Mobiliteitsrapport 2019 en De Vlaamse havens - Feiten, statistieken en indicatoren voor 2018.
Om de klimaatimpact van goederenvervoer te verminderen kan je inzetten op drie subdoelstellingen: het beperken van het aantal afgelegde kilometers, het creëren van een modal shift en het verminderen van emissies door technologie. In 2019 heeft de Commissie Goederenvervoer beslist om zich te focussen op de technologie.
De Commissie nodigde een aantal sprekers uit die hun praktijkervaringen deelden met de leden. Zowel de wegtransporteurs, constructeurs van vrachtwagens, de binnenvaartsector en het spoorvervoer kwamen aan bod. Uit deze praktijkervaringen gecombineerd met wetenschappelijke informatie formuleerde de Commissie aanbevelingen voor het mobiliteitsbeleid. Deze werden volledig uitgewerkt in het Mobiliteitsrapport 2019.
Algemene conclusie is dat elektriciteit het aandrijfsysteem van de toekomst is om het goederenvervoer te vergroenen. Voor het wegvervoer op korte afstand zoals stedelijke distributie is elektriciteit als aandrijfsysteem op korte termijn (2025) haalbaar. Voor het langeafstandsvervoer zal het tot minstens 2030 duren vooraleer de technologie ver genoeg gevorderd is. De MORA opteert om tijdelijk te kiezen voor LNG, wel met de belangrijke kanttekening dat het enkel een overgangstechnologie mag zijn.
Voor de binnenvaartsector is de markt klein om schepen door technologie te vergroenen. De grootste emissiewinst kan daar gehaald worden door walstroom te voorzien.
Het spoorvervoer is een sector die al sterk geëlektrificeerd. Verdere elektrificatie zal bijdragen aan de vergroening van het goederenvervoer. De technologische evolutie maakt dat deze conclusies niet definitief zijn, maar 'work in progress'. Klimaat zal een aandachtspunt in de werking van de MORA-commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale Knooppunten blijven.
Verkeer en transport hebben een belangrijke impact op de directe omgeving en het milieu.
Hoewel de eco-efficiëntie van de transportsector er sterk op vooruit blijft gaan, zijn nog aanzienlijke inspanningen nodig om de milieu- en gezondheidsimpact van het verkeer nog verder terug te dringen. Deze maatschappelijke uitdagingen vragen bijsturing aan het huidige mobiliteitssysteem. De MORA ziet het als een belangrijke opdracht om de transitie naar duurzame mobiliteit op een objectieve wijze in het maatschappelijk debat te brengen. Daarom pleit hij voor een integrale beleidsstrategie gericht op een efficiënter en duurzamer gebruik van de vervoersmodi.
Naast milieu is verkeersveiligheid een belangrijk thema in de werkzaamheden van de MORA. In vergelijking met andere Europese regio’s moet Vlaanderen nog een inhaalbeweging maken op het vlak van verkeersveiligheid. Vlaanderen heeft wel de ambitie om het aantal doden en dodelijk gewonden tot nul te herleiden en daarbij één van de beste Europese regio's op het gebied van verkeersveiligheid te worden. De MORA volgt nauwgezet op hoe de vooropgestelde doelstellingen kunnen bereikt worden.
In 2019 bracht de Mobiliteitsraad naast het Mobiliteitsrapport 2019 1 advies uit over het thema mobiliteit in haar omgeving. Dit was geen inhoudelijk advies omdat de raad van oordeel was dat de impact van het project op de mobiliteit en de verkeersinfrastructuur beperkt is.
De roep om een duurzamer mobiliteitssysteem klinkt steeds luider. Het Europees en Vlaams klimaatbeleid zijn cruciale omgevingsfactoren die het mobiliteitsbeleid van de komende jaren zullen sturen. Om een goede basis rond klimaatbeleid te creëren binnen de MORA, met aandacht voor het evenwicht tussen leefomgeving en sociaaleconomische realiteit, geeft het Mobiliteitsrapport 2019 een overzicht van de uitdagingen met betrekking tot mobiliteit en klimaat. De focusthema’s ‘Klimaat’ en ‘Alternatieve aandrijfsystemen in het goederenvervoer’ zijn de twee duidelijkste voorbeelden van deze intentie.
De Mobiliteitsraad voelt aan dat vragen over klimaatvriendelijke mobiliteit steeds meer op de voorgrond treden en dat het bij uitstek een horizontaal thema is. Daarom keek de MORA in zijn rapport niet enkel de manier waarop de Vlaamse overheid de definitieve omslag naar een klimaatvriendelijk mobiliteitsbeleid kan maken, maar trachtte hij om het klimaatvraagstuk ook in de andere focusthema’s van het rapport mee te nemen.
Om bij te dragen aan een klimaatambitie die zich uitstrekt over het volledige beleidsdomein mobiliteit gaf de MORA in het Mobiliteitsrapport 2019 een aantal basisprincipes mee voor het Vlaams beleid:
De MORA nodigde op zijn raadsbijeenkomsten of op de bijeenkomsten van de MORA-commissies tal van sprekers uit voor toelichting, kennisdeling en debat. Een overzicht:
Met het oog op de voorbereiding van het advies het voorontwerp van voorkeursbesluit voor het complex project Extra containerbehandelingscapaciteit havengebied Antwerpen(ECA) nodigde de Raad op 1 februari de h. Reginald Loyen, procesverantwoordelijke van het ECA-project, uit. Hij gaf toelichting bij het besluit en ging met de MORA-leden in debat.
Karl Vermaercke van het departement Mobiliteit en Openbare Werken gaf op de commissie van 17 december een toelichting over de inhoud van ‘het ontwerp van besluit benchmark basisbereikbaarheid.’
Op 17 december duidde Lars Akkermans van Mobilidata de doelstellingen en mogelijkheden van het programma en de overgang van de longlist naar de shortlist projecten.
Sofie Marivoet, beleidsmedewerker planning en structuur beheer van de Vlaamse Waterweg, gaf op 19 februari een toelichting over het Europese beleid inzake vergroening van de binnenvaart en de visie en rol van de Vlaamse waterwegbeheerder daarop.
Nog op 19 februari gaf Paul Lambrechts, vergroeningsconsulent van de binnenvaart, een toelichting over de vergroeningsmogelijkheden van de binnenvaart en Johan Dedecker, expert/specialist Rolling Materials NMBS Technics, een toelichting over de alternatieve tractiesystemen bij het spoorvervoer.
Via het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) moeten infrastructuurinvesteringen modusneutraal moeten kunnen aangepakt worden. De h. Tom Willems, projectcoördinator GIP van het departement MOW geeft gaf op 10 december een toelichting over het procesverloop en de stand van zaken van het GIP.
Op 10 december gaf Peter Lagey, commissielid en manager van Multimodaal Vlaanderen, zijn visie vanuit de praktijk op de grootste uitdagingen voor het goederenvervoer in Vlaanderen en hoe vanuit het beleid daarmee kan worden omgegaan.
Op 21 juni was er de installatievergadering van de nieuwe MORA. Na de bijeenkomst van de Algemene Mobiliteitsraad, kwamen voor het eerst ook de commissies Personenmobiliteit en Goederenvervoer, logistiek en internationale knooppunten samen. Het was vooral de bedoeling om de nieuwe leden wegwijs te maken in de werking van de MORA en zijn commissies. De vergadering werd gestart met een videoboodschap van minister Weyts waarin hij de nieuwe MORA succes toewenste.
Op 7 februari gaf de MORA de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement toelichting over de maatschappelijke visie m.b.t. basisbereikbaarheid en het betreffende advies van de Raad.
Op 24 oktober gaf de voorzitter van de MORA in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement een uiteenzetting over de werking en de rol van de MORA en werd het Mobiliteitsrapport 2019 toegelicht.
Mobiliteitsraad: “Geen overhaaste wetswijziging voor autonoom varen”
Over het aangepaste Vlaams havendecreet in het licht van de grensoverschrijdende fusie van de haven van Gent en Zeeland Seaports tot North Sea Port
De sociale partners maken de nieuwe Vlaamse taxiregels met de grond gelijk
Het advies van de Mobiliteitsraad MORA voor een wetswijziging 'autonoom varen', valt niet in goede aarde bij de binnenvaart
Taxisector, bonden en Mobiliteitsraad Vlaanderen (MORA) blijven kritisch over nieuw Vlaams Taxidecreet
De Vlaamse Mobiliteitsraad (MORA) geeft een gunstig advies voor een ontwerpbesluit voor vrijstelling van loodsplicht in specifieke gevallen
Commissie Goederenvervoer Vlaamse Mobiliteitsraad vernieuwd
Mobiliteitsraad MORA heeft 'fundamentele bedenkingen' bij de aanpassing van de kilometerheffing voor vrachtwagens in de Vlaamse begroting voor 2020
Derde kwartaal rapport Vlaamse Havens
Kritische opmerkingen van de Vlaamse Mobiliteitsraad op de Taxiplannen van de Vlaamse Regering
Negatief advies van de Mobiliteitsraad over de verhoging van de kilometerheffing voor vrachtwagens
Vlaamse havens boven 25% marktaandeel range Le Havre-Hamburg
De MORA verzamelt jaarlijks een set van kerncijfers die de toestand van de mobiliteit in Vlaanderen situeren. De kerncijfers worden telkens opgenomen in het mobiliteitsverslag/mobiliteitsrapport en zijn ook terug te vinden op de website van de MORA: www.mobiliteitsraad.be/mora/thema/kerncijfers