Taalvoorwaarden taxichauffeurs onnodig hoog voor benodigde vaardigheden en huidige arbeidsmarktsituatie

Op vrijdag 3 juni 2022 herbevestigde de Vlaamse Regering de vereiste voor taxichauffeurs om mondeling en schriftelijk taalniveau B1 te behalen voor het mogen uitoefenen van hun job. De Mobiliteitsraad heeft in een brief aan minister Lydia Peeters zijn standpunt herhaald dat de taalvoorwaarden voor taxichauffeurs te hoog zijn gezien de benodigde vaardigheden voor de functie, de huidige situatie op de arbeidsmarkt en de economische kenmerken van de taxisector.

De strategische impact op de sector van het individueel bezoldigd personenvervoer en ook op het toekomstige mobiliteitslandschap is erg groot. Bovendien overstijgen de sociaaleconomische gevolgen van dit wijzigingsbesluit het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. Toch zijn de MORA en de SERV niet om advies gevraagd over het wijzigingsbesluit dat deze taalvoorwaarden regelt.

De Mobiliteitsraad pleit voor een meer realistische benadering van de taalvoorwaarden voor taxichauffeurs. Dit hoeft niet te betekenen dat de dienstverlening naar klanten toe aan kwaliteit zal inboeten. Een specifieke sectorgerichte taalvorming, zoals al gevraagd in eerdere adviezen, is hier de betere oplossing. Zo ontstaat immers een evenwicht tussen realistische taalvereisten en een goede, professionele dienstverlening.

Het goedgekeurde wijzigingsbesluit zal een negatieve impact hebben op de taxisector en is in de huidige precaire arbeidsmarkt de foute keuze is. De MORA is weliswaar tevreden met het verlengen van de overgangsperiode tot 30 juni 2024. Na deze overgangsperiode zal het probleem zich echter opnieuw stellen met de nodige negatieve impact op het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen.