Advies Europees mobiliteitspakket

advies op vraag
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken
Lydia Peeters

De raad benadrukt in zijn advies het belang van betrokkenheid van de relevante sectororganisaties. Door een voorafgaandelijke consultatie had men kunnen anticiperen op de meeste elementen uit het MORA-advies. De raad brengt noodzakelijke aanvullingen, praktische onduidelijkheden en ontbrekende elementen aan in zijn advies.

Voor het goederenvervoer vraagt de Mobiliteitsraad om een gelijk speelveld te creƫren inzake toegang tot het beroep door het toepassingsgebied van de vervoerswetgeving uit te breiden, ook voor de vervoermiddelen met een laadvermogen onder de 500 kg. De raad benadrukt wel om, in overleg met alle betrokkenen, de voorwaarden te differentiƫren volgens het laadvermogen. Daarnaast vraag de raad om de definitie van motorvoertuig aan te passen zodat de wetgeving is voorbereid op de transitie naar koolstofarm transport en zodat het aantal uitzonderingen op de wetgeving beperkt blijft.

Een derde aandachtspunt is de oproep om het volledige Mobiliteitspakket nu om te zetten. De raad mist in het ontwerp van decreet de strafsancties bij het ontbreken van de vestigingseisbewijsstukken, de aanvullingen op de inbreukenlijst inzake betrouwbaarheid van de onderneming en de uitbreiding van de cabotageregels.

Voor het reizigersvervoer formuleert de MORA bedenkingen bij het gebruik van het federale instrument van de communautaire vergunning voor de toegang tot het beroep, terwijl het over een in theorie geregionaliseerde bevoegdheid gaat. De raad vindt het ook een gemiste kans dat deze beleidswijziging niet is aangegrepen om de regionalisering te finaliseren. Voor bedrijven die nog beschikken over een geldige, Vlaamse toegang tot het beroep, mist de Mobiliteitsraad overgangsmaatregelen voor wanneer de oude regelgeving ophoudt te bestaan.