Personenmobiliteit is een integraal onderdeel van het dagelijkse leven en moet duurzaam, toegankelijk, veilig en vlot zijn. Een belangrijke toetssteen die de MORA hiervoor hanteert, is het gebruikersperspectief.

De MORA-commissie Personenmobiliteit vertrekt in haar werking vanuit de drie V’s: verschonen – verschuiven – vermijden. Het beleid voor personenmobiliteit moet streven naar een groter aandeel modi met een minimale impact op het klimaat en de leefomgeving, en naar een verschuiving van mobiliteit richting stappen, fietsen en collectief vervoer. Mobiliteit vermijden is eveneens een belangrijk aandachtspunt aangezien kortere of vermeden trajecten een kleinere impact hebben op de omgeving en de reiziger.

De MORA behandelt een breed gamma aan thema’s op het vlak van personenmobiliteit. De omslag naar basisbereikbaarheid die het publieke vervoerslandschap in Vlaanderen zal hertekenen is een centraal thema, evenals het beleid over voetgangers en fietsers. Door de grote maatschappelijk impact is ook de verduurzaming van het woon-werkverkeer een centraal thema, net als de link tussen mobiliteits- en ruimtebeleid.

In een sterk geconnecteerd domein als personenmobiliteit hebben de partners binnen de MORA voortdurend aandacht voor de linken met andere beleidsniveaus. Het Vlaams beleid bestaat immers niet in een vacuüm en is verbonden met het lokaal en provinciaal beleidsniveau, met de vervoerregio’s, met het federale beleidsniveau en met de Europese besluitvorming. Daarom bewaart de MORA in haar werking steeds het helikopterzicht om onderbouwde en concrete aanbevelingen te kunnen geven.